In 120 jaar werden er 400 tot 500 bastides gebouwd. We kunnen wel stellen dat deze overvloed van nieuwe steden de belangrijkste gebeurtenis was in de de geschiedenis van het Zuid Westen.
In de Languedoc geeft het woord Bastide een constructie aan; daarna kreeg het, bij uitbreiding, de betekenis van "stad in aanbouw, nieuw". Het werd ook gebruikt om een nieuwe wijk aan een oude stad toe te voegen. Het woord bastide heeft dus niet dezelfde betekenis in het zuidwesten van Frankrijk als in het zuidoosten.
Tussen 1220 en 1370 werd het zuidwesten gedeeld door de Fransen en de Engelsen: de Capetters en de Plantagenets stichtten bijna 300 nieuwe steden, de bastides, waar alleen verspreide nederzettingen bestonden. Het is in Lot-et-Garonne dat we er vandaag de dag de meeste vinden: ongeveer veertig! De meeste bastides werden gebouwd tijdens de periode van vrede voorafgaand aan de Honderdjarige Oorlog, tussen 1230 en 1350.
Raimond VII stichtte ongeveer veertig bastides om politieke en financiële redenen. In het bijzonder bezat hij een uitgestrekte heerlijkheid die bekend staat als de Comté de Toulouse en die vandaag de dag de departementen Haute-Garonne, een paar stukjes Ariège, Gers, Tarn-et-Garonne en het noorden van de Tarn beslaat. In werkelijkheid was het doel van zijn beleid om land te consolideren door middel van aankoop of ruil, door het vestigen van een bevolking die dreigde te emigreren naar naburige heerlijkheden als hij hen geen plek bood om te wonen. Op deze manier consolideerde hij zijn macht en vergrootte hij zijn rijkdommen: royalty's in geld en natura uit de teelt van het land, de winsten van de rechtspraak en de rechten van de banaliteit. Ook de inwoners profiteerden: ze kregen land dat ze konden bewerken. Ze hadden toegang tot materialen, hout en steengroeven voor toekomstige bouwwerken. Ze waren ook veiliger en genoten de voordelen van de bescherming van een machtige heer.
Alphonse de Poitiers, graaf van Toulouse in 1249, zette het werk van Raimond voort, maar hij stichtte geen bastides zonder eerst de geldigheid van zijn rechten te onderzoeken. Hij zocht uit wie de eigenaar van het land was, wanneer hij de titel had verkregen en welke voor- en nadelen het stichten van een nieuwe bastide met zich mee zou brengen. Sommige projecten werden opgeschort of stopgezet omdat hun stichting tegen de rechten van lokale heren inging. Toen Alphonse de Poitiers meende te kunnen voldoen aan een verzoek voor een vereniging van heren, paste hij een contract van betage (of pareage) toe op het stichten van bastides. Dit type contract was de oorsprong van de meeste bastides: een aantal mensen bundelden hun bezittingen en rechten in een bepaalde stad of gebied, in ruil voor een gelijk deel van de kosten en winsten: een echte "vennootschap voor gezamenlijke exploitatie". In deze contracten garandeerde Alfonso zijn autoriteit, veiligheid en machtige financiële middelen. Zijn partners, cisterciënzer kloosters, bisschoppen en lokale heren, zorgden voor het land en, vaker wel dan niet, voor de rechten van de jurisdictie. In een tijd waarin land de belangrijkste bron van rijkdom was, was Alphonse de Poitiers in staat om zijn nuttige domein en zijn inkomsten te vergroten zonder veel kosten.
Bezoek voor meer informatie het Musée des Bastides!